Toen we de Camino Frances liepen in 2015, vlogen de strontvlokken ons om de oren bij het betreden van Galicië.
Ik was in 2014 in Villar de Mazarife afgehaakt, wegens pijn in mijn enkel (dik en pijnlijk)
Ferry ging verder met Ben en het jaar daarop liepen wij samen de rest tot Finisterre.
In de boerengehuchten was het zaak om te slalommen tussen de koeienvlaaien.
In 2018, aan het eind van de Camino Sanabres, was het rijkdom alom in Galicië.
Nu is er eigenlijk best armoe...tussen de gewone huizen door...
De koei’npoep is goed te ruiken, maar er is geen vlaai te zien.
Het is te merken, dat we in het gebied wandelen van ‘100 km voor Santiago, twee stempels per dag, geeft een Compostela in SdC’
Het is druk
In elke bar onderweg, vormt zich nu een rij...voor eten, drinken en wc-bezoek.
Onderweg naar een eetplek kwamen we langs de albergue municipal.
Voor de deur een gigantische rij van backpacks en het was pas 13.00 uur.
Om 14.00 uur kon er ingecheckt worden.
Om kwart over twee liepen we terug naar onze albergue en op de deur stond: FULL
Zal morgen in Pontevedra niet veel anders zijn.
Het is nog steeds zonnig en warm, maar omhoog lopend vandaag stond er een ijzige wind.
Liep met kippenvel!
Naar Redondela was het daarna zo steil bergafwaarts, dat we steeds in diagonalen moesten lopen, om onze knieën te sparen.
Beneden waren we de wind kwijt
Nog minder dan 100 km naar SdC
Best al hoog hier
Voor het op peil houden van de zouten..
Tsja...
Kijk nou toch!
Onmisbaar voor het kopen van water
De keuken van onze albergue
De twee bovenste bedden zijn voor Ferry en mij
Geen opmerkingen:
Een reactie posten